Dag 9 - Noto

Na een korte nachtrust kunnen we toch nog om half elf het ontbijt gebruiken. Dat is een pluspunt van t hotel waar ik eerder zo negatief over schreef. We checken uit want vandaag is een reisdag: op weg naar onze volgende bestemming Noto, dat ligt in het zuidoosten van het eiland. We rijden een kleine twee honderd kilometer maar hebben een tussenstop gepland in een van de grotere plaatsen van Sicilië, Catania. We bezoeken daar de markt, met een grote deel aan viskramen. Altijd weer leuk om zoiets te zien, met een veel grotere diversiteit aan soorten dan wij gewend zijn. Een ventje van een jaar of acht loopt voorbij met wat nog over is van wat duidelijk eerder een zwaardvis was. Hij gooit het op een hoop vuil waar er al meer van blijken te liggen. Petra staat op t punt Marianne Thieme te bellen.
Om het leed te verzachten kopen we maar gauw wat stukken fruit om onderweg op te eten. We wandelen naar het kasteel Ursino dat ca. 1250 is gebouwd en nu middenin de stad ligt. Het doet nu dienst als museum. Verder lopend komen we op de Piazza Duomo (die je in elke plaats overigens tegenkomt). Een beetje verzadigd besluiten we de dom en andere aan het plein gelegen kerk maar niet meer naar binnen te gaan.
Een tiental kilometers onder Noto maken we een tweede stop voor een wandeling door het natuurreservaat Vendicari. Een mooi gebied tegen de kust gelegen waar onder andere witte ibissen en flamingo's  voorkomen, die zich bovendien ook nog aan ons laten zien. Het deel waar zeeschildpadden nog voorkomen is helaas afgeschermd voor publiek.
Om 18:00 komen we in ons hotel in Noto aan, een nogal groot contrast met het vorige. Een mooi modern hotel waar we en grote kamer en suite hebben met een badkamer zo groot als de kamer in t vorige hotel. Bij het uitladen van de tassen loop ik nog in een cactus, waardoor ik tussen de bedrijven door nog een paar uur bezig ben alle stekels uit armen en benen te verwijderen.